De van oorsprong Aziatische paksoi, wordt lokaal geteeld in het Utrechtse Schalkwijk door biologische paksoi-teler Wilbert van Dijk.
“Paksoi komt ook oorspronkelijk uit China en wordt vaak in Aziatische gerechten als wok, stir-fry of noodlesoep gebruikt. Wij telen ze al z’n 20 jaar in onze kassen.” legt dochter Liona, van familiebedrijf Bio van Dijk, uit.
Paksoi, Brassica rapa, is een Chinese koolsoort met frisgroen blad en sappige witte stengels. De plant heeft dikke brede bladstelen met witte nerven en grote donkergroene bladeren. Zowel blad als stengels zijn eetbaar en hebben een frisse koolsmaak.
“Wij telen het ras Joy Choi. Dit ras is speciaal geschikt in ons klimaat en groeit bijvoorbeeld minder snel door. Paksoi is als gewas namelijk een hele makkelijke groeier, maar wel een snelle schieter.”
“Meestal planten we de paksoi na een seizoen komkommers, om zo voor een goede afwisseling in de bodem te zorgen. We planten de Joy Choi als kleine pootgoed-plantjes uit in de kas. Zolang het in de winter niet vriest, is het een heel milieuvriendelijk product. Zonder verwarming groeit het gewoon door. Dit jaar hebben we de kas 10 dagen moeten verwarmen vanwege de vorstperiode die we hadden in februari.”
Paksoi is sappig en crunchy en komt het best tot zijn recht als het niet te lang gegaard is. Zo blijven de bladstelen lekker fris smaken en behouden de bladeren een knapperige bite. De groente kan gebruikt worden om te roerbakken of te grillen, maar kan ook toegevoegd worden aan een frisse salade of groene curry. Paksoi smaakt lekker pittig.