Op de biodynamische boerderij GAOS verbouwt boer Klaas-Jan Stiksma samen met Jos Jeuken en Ellen Krul onder meer voor Odin verschillende gewassen. We spraken met Klaas-Jan over biodiversiteit op de boerderij, hoe hij en zijn collega's met de natuur samenwerken en op welke andere vlakken diversiteit belangrijk is.
Midden in de Flevopolder en omringd door akkers zover je maar kunt zien, vind je de biodynamische boerderij GAOS (Geduldig Aandachtig Onbekommerd Samenwerken). Zodra je het erf oploopt is het een gezellige boel met loslopende katten, honden en kippen. De takkensingel langs het erf vormt een goede verstopplek voor insecten en vogeltjes. Vanuit de biodynamische visie is het belangrijk dat boeren werken in samenhang met de natuur. Bij GAOS zie je dat terug op meerdere vlakken. Naast de gewassen die worden geteeld, lopen er bij GAOS schapen, kippen en een kudde koeien rond. De Gasconne-koeien staan ‘s winters op stal en lopen ‘s zomers rond op een natuurgebied in de buurt. Klaas-Jan: “Ieder dier en zelfs elk gewas wat je toevoegt aan je boerderij, brengt weer een nieuwe biotoop met zich mee. Heb je koeien, dan krijg je bijvoorbeeld ook mestkevers. Een belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat je koeien niet ontwormd zijn. Zijn ze ontwormd, dan kan de mest schadelijk zijn voor de mestkevers en dat is natuurlijk niet bepaald bevorderlijk voor de biodiversiteit. De verbanden tussen de verschillende onderdelen van de keten zijn enorm belangrijk en jij als persoon kan daar een grote invloed op hebben.”
“Een groot voordeel van koeien is dan ook dat ze biodiversiteit brengen. Je hebt bijvoorbeeld een ander bodemleven dan als je geen koeien hebt. Want heb je koeien, dan heb je gras. En je hoeft geen machine meer te gebruiken om het gras te maaien, want dat doet de koe al. De mestkevers die op de mest afkomen, trekken weer vogels aan. En zo zet de kringloop zich voort. De koeien hebben we genomen om hun mest te kunnen gebruiken op het land. Het doel daarvan is om bodemvruchtbaarheid te behouden en liefst te verbeteren. Dat doe je door veel grassen te telen. De koeien verwerken het gras weer en de mest daarvan is ook gelijk weer goed voor het bodemleven. Zo ontstaat er in de bodem superveel activiteit. Allerlei kleine microben worden actief en zij worden weer door de wormen opgegeten. Er is zoveel leven als gevolg van dat ene hapje. Laat je ze elke keer op een ander stuk land grazen, dan blijven je bodem én je herkauwers gezond. En dat alles met minder gebruik van fossiele energie.”
“Als boer kun je keuzes maken die zowel voor de natuur als voor jezelf positief zijn. Kies je ervoor om ‘s winters niet te ploegen, dan overleven er misschien wel meer muizen en krijg je daardoor meer buizerds. De keuzes worden misschien niet altijd gemaakt met biodiversiteit als belangrijkste reden, maar kunnen wel een groot positief effect op de lokale biodiversiteit hebben. Het is niet altijd een doel op zich, maar wel iets wat mooi wordt meegenomen.” De afname van biodiversiteit is op dit moment een van de grootste zorgen voor de toekomst. Elke biodynamische boerderij is verplicht om 10 procent van hun land op een natuurlijke manier te onderhouden. Bij GAOS zie je dat onder andere terug in de bufferstrook met heuveltjes en struiken achterin hun terrein. Klaas-Jan: “Die strook vormt een natuurlijke barricade tegen de spoorlijn en de autoweg, waardoor werknemers die daar aan het werk zijn minder last hebben van de drukte en directe luchtverontreiniging. Het is voor de hazen die hier wonen ook wel prettig dat ze niet de hele tijd in de koplampen kijken en ook wonen er veel natuurlijke plaagdierbestrijders zoals vogels.”
“We denken graag in zelfvoorzienende systemen. De Odin bijenvolken op onze boerderij bijvoorbeeld hebben genoeg te eten als de gewassen in bloei staan. Maar die bloeien natuurlijk maar even. De bufferstrook vormt een voedselbron voor tijden waarin er geen gewassen zijn om stuifmeel te halen. Zo hoef je de bijen niet bij te voeren of te verplaatsen. Dat soort systemen zijn weerbaar en daardoor ook beter bestand tegen bijvoorbeeld klimaatveranderingen.”
Niet alleen diversiteit in de natuur is van belang, ook voor mensen is het enorm gezond. Klaas-Jan benadrukt ook graag dat het ontzettend belangrijk is voor ons als mens én boer om taken af te wisselen. “Veel telers richten zich tegenwoordig op één gewas. Ze kiezen er bijvoorbeeld voor om alleen nog maar aardappels te telen. Voor mij zit het plezier daar niet in, je wordt dan haast zelf een aardappel. Je hebt afwisseling nodig als mens en vrijwel niemand vindt het leuk om dag in dag uit met aardappels bezig te zijn. Afwisseling zorgt voor werkplezier, niet alleen bij ons maar ook bij onze stagiairs.”
Sinds de oprichting van de boerderij in 1982 is het een komen en gaan van stagiairs. Tal van studenten van over de hele wereld hebben een periode doorgebracht bij GAOS om te leren over het verbouwen van biodynamische gewassen. Volgens Klaas-Jan is dat de manier waarop consumenten indirect een grote invloed kunnen hebben. “Als je als consument ervoor kiest om een biodynamisch product te kopen, steun je daarmee de biodynamische boerderij. De aankoop van die ene biodynamische pastinaak in je plaatselijke Odin winkel kan bijvoorbeeld invloed hebben op een jongere die hier wellicht zijn roeping vindt en de volgende generatie van biodynamische boeren vormt.”
Hoewel er bij GAOS al veel aandacht is voor de kleine beestjes en de vele vogels die rond de boerderij leven, is er volgens Klaas-Jan altijd nog ruimte voor verbetering. “We zouden nog meer schuilmogelijkheden voor vogels willen creëren zodat ze in de winter kunnen overleven. Ook proberen we de verschillende systemen van de boerderij nog weerbaarder te maken, zodat die bestand zijn tegen de klimaatverandering die we de komende jaren steeds meer gaan merken. Ben je flexibel in je plannen, dan kun je beter inspelen op de omstandigheden. Het zorgt voor zekerheid. En als laatste hoop ik dat er in de toekomst steeds meer fundamenteel onderzoek wordt gedaan naar het bodemleven en dat we nog meer te weten komen over alle onderdelen van de kringloop van de natuur.”