Vogelbescherming zet zich al sinds 1899 in voor vogels en hun leefomgeving. Belangrijk, want de aantallen akker- en weidevogels zijn met tientallen procenten teruggelopen. Maar ook biodynamische landbouw helpt onze gevederde vrienden.
Biodynamische boeren beheren minimaal 10% van hun land op een natuurlijke manier, ze gebruiken uiteraard geen bestrijdingsmiddelen en ze besteden veel aandacht aan een rijk bodemleven. Wat dat betekent onderzoeken we samen met Kees de Pater van Vogelbescherming. Met hem gaan we op bezoek bij biodynamische boerderij GAOS in Swifterbant.
“GAOS doet natuurlijk heel veel. Wat je als vogelaar meteen opvalt is het erf hier. Mooie hoge bomen rondom de gebouwen, die trekken meteen allerlei vogels. Zanglijsters, merels, ringmussen. Met die laatste gaat het helaas erg slecht. Ik zag hier verder een kerkuilenkast en een torenvalknest, maar ook buizerds en een zilverreiger. Al deze vogels hebben veel muizen nodig, dus die zitten hier kennelijk genoeg. Daarnaast zie je hier ook takkenrillen op het erf. Dat trekt weer insecten en daar komen weer kleine vogels als roodborstjes en winterkoninkjes op af. Hoger in de bomen vind je vinken, je hoort ze nu al zingen.”
“Een belangrijk deel van de biodiversiteit begint bij een gezonde bodem. Zit daar veel leven in? Je ziet als mens meestal geen wormen in de grond, maar vogels zien die wel. Zoals trekkende spreeuwen, kieviten en goudplevieren. Die heb je allemaal niet als je niet veel leven in de aarde hebt. Hier bij GAOS houden ze de akkers continu begroeid, ook in de winter. Ook laten ze veel plantenresten achter op het land en gebruiken ze geen kunstmest.
Daarmee creëer je een rijke bodem met veel bodemleven. Wormen zijn bijvoorbeeld super essentieel voor vogels als een kieviet of een goudplevier. Veldleeuwerikken hebben tijdens het broedseizoen insecten nodig, maar zijn ook afhankelijk van een bodem met voldoende planten. Mooi daarom dat ze hier dus oogstresten laten liggen. Een rottende pompoen bijvoorbeeld wordt aangevreten door muizen, maar ook door vogels. Dus die oogstresten leiden allemaal tot extra leven.”
“De akkerranden worden hier blijvend natuurlijk beheerd. Daar heb je wilde planten die ieder jaar weer terugkomen, waar dan weer veel insecten op af komen. Die akkerranden zijn daarom een belangrijke voedselbron voor insecten- en zaadetende vogels. In de winter en het najaar komen daar bijvoorbeeld veel groenlingen op af, die eten vooral zaad, maar ook huismussen en vinkachtigen.”
“De robuuste hout- en zandwal aan de rand van het bedrijf vind ik het leukst. Ik zag er sleedoorn en meidoorn staan, en er zijn een aantal poeltjes, waar libellen kunnen leven. Ik zag ook vlinders, zoals de kleine vos, maar ook een steenhommelkoningin. En in zo’n gebiedje zitten natuurlijk ook weer heel veel vogels. Maar wat ik eigenlijk het allermooist vind is dat bij GAOS gewerkt wordt met hart voor de natuur!”
“Je ziet hier hoe het óók kan. We zitten hier toch een beetje in een ecologische woestijn in de Flevopolder. Aan de andere kant van de weg zie je eindeloos zwartgemaakte akkers. Daar is niks voor de biodiversiteit. Terwijl je hier bij GAOS gele kwikstaarten kunt vinden. Dat doet mij goed en is hopelijk een voorbeeld voor anderen!”
“Er is gelukkig een groeiend aantal gangbare boeren dat zich inzet voor biodiversiteit. Maar bij de meeste biologische en biodynamische boeren is dat nog veel sterker. Gewoon simpelweg omdat ze geen kunstmest gebruiken en geen gifstoffen, dat is al een belangrijk verschil. Het is overigens niet automatisch zo dat alle biologische landbouw gunstig is voor vogels. Zeker bij grotere, meer intensieve biologische bedrijven wordt relatief veel geschoffeld tegen onkruid. Dat is logisch, want ze gebruiken geen gif. Maar daarmee verstoor je makkelijk vogelnesten. Vogelbescherming zou graag zien dat naast de toevoeging van natuurelementen, zoals je die hier ziet, ook met dat soort dingen rekening wordt gehouden. Hier weten ze veel van vogels, dus bij GAOS schoffelen ze heel voorzichtig. Hoe dan ook; wanneer je biologische en biodynamische producten koopt is de kans dat je daarmee bijdraagt aan de biodiversiteit heel hoog.”
“Specifiek voor biodynamische bedrijven is dat ze veeteelt én akkerbouw hebben. Daarnaast wordt hier maar een keer in de 7 jaar hetzelfde gewas verbouwd op een akker, wat bijdraagt aan diversiteit op het land en aan een levende bodem. Zo creëer je verschillende aantrekkelijke biotopen, die weer veel verschillende insecten en dus vogels aantrekken. Verder wordt bij biodynamische bedrijven ook nog eens minimaal 10% van het land op een natuurlijke manier beheerd. Dat wil Vogelbescherming graag als norm voor alle landbouw in de EU.”
“Bijna 80% van de Europese populatie van grutto’s is afhankelijk van Nederland. Bij kieviten en scholeksters gaat het ook om tientallen procenten. Dus het belang van Nederland voor weidevogels is enorm. De populaties daarvan gaan in ons land helaas hard achteruit, wel zo’n 3 tot 5% per jaar. Dat klinkt misschien niet zoveel, maar jaar op jaar is dat enorm.”
“Vogelbescherming heeft een samenwerking met biologische zuivelproducent Weerribben en hun biodynamische merk Zuiver Zuivel. Hun boeren richten 30% van hun land in op een manier die aantrekkelijk is voor weidevogels, bijvoorbeeld met kruiden en bloemen die belangrijk zijn voor insecten. Wist je dat kuikens van weidevogels duizenden insecten per dag nodig hebben? Tegelijkertijd moet het gras in de weilanden niet te dicht op elkaar staan, zodat de kuikens zich goed kunnen verplaatsen en kunnen schuilen voor roofvogels. Verder is het van belang dat de waterstand hoog is en dat de boeren hun gras laat maaien, als de vogels zijn uitgevlogen. Deze boeren houden hier allemaal rekening mee. We hopen dat steeds meer mensen producten kopen van deze en andere boeren, die zich zo goed inspannen voor de vogels.”
Kees de Pater is 62 jaar en houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen en ondersteunen van verschillende verdienmodellen met een meerwaarde voor natuur. “Wat de boerenlandvogels betreft is de spreeuw wel mijn favoriet. Prachtige kleuren, heel diep fluorescerend groen en dan die mannetjes met die mooie prachtveren. Ze zingen ook heel mooi. In de winter zie je soms die prachtige wolken aan spreeuwen met een choreografie die je niet kan bedenken.” “Waar ik mijn boodschappen doe? Nou, onder andere bij Odin Ceintuurbaan in Amsterdam!”