Terwijl veel boeren er waarschijnlijk van gruwelen, worden ze er bij Odin boerderij De Beersche Hoeve blij van: paardenbloemen. Het vrolijk gele plantje wordt elk jaar verwerkt in een paardenbloemenpreparaat waarmee de bodem verbeterd kan worden.
Met 5 à 6 mensen gaat Gineke de Graaf, boerin bij De Beersche Hoeve, ’s ochtends het veld op. De dag waarop het plukken van de paardenbloemen gebeurt, wordt goed uitgezocht. De paardenbloemen moeten namelijk wel al in bloei zijn, maar het hart van de bloem mag nog niet geopend zijn. Als je een bloem met een geopend hart zou plukken en daarna probeert te drogen, gaat de bloem alsnog zaad produceren en dat is nou net niét de bedoeling. Twee weken geleden was die perfecte dag en hebben ze emmers vol ‘gele zonnetjes’ verzameld.
In de biodynamische landbouw worden de preparaten gezien als organen die helpen met het verbeteren van de kwaliteit van de composthoop én de aarde waar de compost uiteindelijk overheen wordt gespreid. In het geval van het paardenbloemenpreparaat worden de gedroogde paardenbloemen in een darmscheil van een koe gedaan en die wordt een winter lang onder de grond bewaard. Maar een paar gram hiervan wordt uiteindelijk in het jaar daarop in de composthoop gedaan, meer heb je niet nodig.
Rudolf Steiner, grondlegger van de biodynamische landbouw, zag de paardenbloem als een weldaad voor het gebied waar ze groeit. Met haar eigen verhouding tussen kalium en kiezelzuur zou zij bijvoorbeeld de levenbrengende kwaliteit van de compost voor de bodem verbeteren. Maar naast paardenbloemen kun je ook van andere medicinale planten preparaten maken. Zo hebben planten als duizendblad, brandnetel, kamille, eikenschors of valeriaan allemaal hun eigen werking.
Wil je meer weten over preparaten en hun werking? Lees dan het interview met Odin boer René Groenen van De Beersche Hoeve.