‘Barstensvol leven’, dat zijn biodynamische producten volgens Stichting Demeter. Demeter is het kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw en voeding. Je kent het Demeter-logo vast wel van veel van de producten in jouw biologische supermarkt. Maar wat houdt het keurmerk in en wat is de waarde van biodynamische landbouw eigenlijk?
Foto: Annelijn Steenbruggen
Ik spreek met Bert van Ruitenbeek, directeur van Stichting Demeter.
“Wij certificeren producten uit de biodynamische landbouw en we kijken bij boeren en verwerkers of ze voldoen aan de normen voor biodynamische landbouw. Ook voor de verwerking van de producten hanteren we normen. Wij zijn zelf gecertificeerd door Demeter Internationaal die de normen heeft vastgelegd, voortkomend uit de landbouwcursus van Rudolf Steiner uit 1924. We geven ook voorlichting over het Demeter-keurmerk.”
“Biodynamische landbouw stamt al uit 1924 en kun je zien als de voorloper en medegrondlegger van de biologische landbouw. Ook heeft het een spirituele inslag. Landbouwbedrijven worden door ons
gezien als levende systemen die niet alleen verbonden zijn met de bodem, maar met alles eromheen. Steiner heeft gezegd dat een landbouwbedrijf eigenlijk een levend organisme is. Als er sprake is van ziekten en plagen dan kijk je altijd naar het hele systeem. Wanneer een bedrijf niet in een gezonde balans verkeert, onderzoek je wat de werkelijke oorzaak is. De biodynamische landbouw heeft een aantal richtlijnen voor hoe je omgaat met je bemesting, je dieren en de bodem, maar ook voor de inzet van biodynamische preparaten. Een gezonde groei van planten en dieren hangt samen met het samenspel tussen aarde en kosmos, vooral zon en maan. De boer is daarin vooral waarnemer en dirigent van alle levensprocessen. Niet door telkens in te grijpen, maar door goed te luisteren naar wat de bodem, de planten en de dieren nodig hebben en daarin bij te sturen.”
“Ik heb zelf altijd ervaren dat biodynamische bedrijven fijne plekken zijn om te vertoeven omdat je voelt dat ze barstensvol leven zijn. Het is geen toeval dat ze andere bedrijvigheden aantrekken, zoals
kunstenaars, mensen die met zorg bezig zijn, tot rust komen of ambachten beginnen. Waar we in Nederland landbouw vooral als een soort voedselfabriek zien, is landbouw in de biodynamische landbouw ook van culturele en sociale betekenis. Dus het gaat niet alleen om die verbinding met bodem, plant en dier, maar ook om de maatschappelijke inbedding.”
“Het allermooiste is natuurlijk dat er heel lekker en goed voedsel uit voortkomt. Steiner heeft gezonde voeding altijd gezien als de basis van een fysiek gezond mens, maar ook van een gezonde innerlijke ontwikkeling. Dus ook de vitaliteit en de geestkracht die je aan biodynamische producten kunt ontlenen is belangrijk. Demeter hanteert strenge normen om te zorgen dat de vitaliteit
van de producten behouden blijft tijdens verwerkingsprocessen.”
“Er kan geen gezond voedsel komen uit een systeem dat allerlei levensvormen onderdrukt met giftige bestrijdingsmiddelen. Gezondheid moeten we breder zien. Zeker als we kijken naar de klimaatcrisis en het verlies aan biodiversiteit. En hoe meer we als mensen met elkaar en met de natuur verbonden zijn, hoe meer verbinding en zingeving we ervaren. Op biodynamische bedrijven kun je dit beleven.”
“Biodynamisch betekent dat je veel minder fossiele brandstoffen gebruikt. Bijvoorbeeld omdat je geen kunstmest gebruikt, waarvoor veel aardgas nodig is voor de productie ervan. Dat geldt ook voor chemische bestrijdingsmiddelen.”
“Verder worden er veel minder dieren gehouden in biodynamische bedrijven doordat die grondgebonden werken. Omdat de dieren van eigen bodem eten en weinig krachtvoer nodig hebben, hoeven er geen grote hoeveelheden krachtvoer uit andere werelddelen te worden aangevoerd. Dat scheelt veel energie.”
“Een andere factor is dat de bodem van biodynamische bedrijven meer koolstof bindt en beter bestand is tegen weersextremen omdat het meer organische stof bevat. Daardoor kan het meer water opnemen in natte tijden en meer vasthouden in droge tijden.”
"Er zijn ook biodynamische boeren die kijken of ze helemaal van fossiele brandstoffen afkunnen. En we hebben nog altijd een paar boeren die paarden gebruiken voor niet-kerende grondbewerking. Dat laatste is ook iets wat uit de biodynamische landbouw komt, dus minder vaak en minder diep ploegen, wat veel brandstof scheelt. Ik denk dat onze boeren al heel veel doen, maar ook nog meer kunnen en willen doen.”
“Het belangrijkste is dat we minder vlees en dierlijke producten eten, want daarvoor wordt enorm veel landbouwgrond gebruikt. Landbouwdieren moeten weer grazen op gronden waar ze niet concurreren met humane voeding, dus alleen op graslanden waar je niets anders kunt verbouwen. Kippen en varkens moeten met restvoeding worden gevoed, zoals vroeger. En de landbouw moet volledig grondgebonden zijn. Dat betekent dat je veel grond overhoudt voor het kweken van humane voeding.”
“Verder is er ongelofelijk veel voedselverspilling en dan heb je het echt over tientallen procenten. Wanneer we dat aanpakken kunnen we veel besparen. En we zullen kwalitatief beter moeten eten, dan heb je ook minder nodig.”
“Maar de wereldvoedselproblematiek gaat niet alleen over productie per hectare, het gaat om de positie van vrouwen, de toegang tot grond en kredieten, de vermindering van sociale ongelijkheid en het voorkomen van conflicten. Er zijn ongelofelijk veel elementen die een rol spelen in de wereldvoedselproblematiek, waardoor de vergelijking met de wat lagere opbrengst van biodynamisch van, laten we zeggen 20 – 30 %, zeer relatief is. Daar komt bij dat de huidige gangbare landbouw niet houdbaar is omdat het onze klimaatproblemen vergroot en onze biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid vernietigt. Het is steeds duidelijker dat de huidige route van de industriële landbouw doodlopend is en dat bio- en biodynamische landbouw veel oplossingen biedt.”
“In de biodynamische landbouw hou je dieren vooral voor hun mest, die je gebuikt voor de bodemvruchtbaarheid. Veel biodynamische boeren die langer bezig zijn blijken, als zij maar blijven investeren in hun bodemleven, met steeds minder bemesting toe te kunnen. Wat daarin de ondergrens is weet ik niet. Maar als je optimaal kunt produceren met minder bemesting is dat natuurlijk een heel belangrijke ontwikkelingsweg. Boer Joost van Strien is helemaal vegan geworden en gebruikt geen dieren of dierlijke mest meer. Daarmee heeft hij ook afscheid moeten nemen van het Demeter-keurmerk. We vinden zijn zoektocht buitengewoon interessant, maar hebben gezegd dat dieren onlosmakelijk met ons keurmerk zijn verbonden, dus we kiezen daar op dit moment niet voor.”
“Als je teruggaat in de tijd dan zie dat er vroeger feestelijk of ritueel een dier werd geslacht en dan aten mensen wat vlees. Maar het was een luxe product en dat zal het ook weer moeten worden.”
“Biologisch bevat elementen die deels ontleend zijn aan de biodynamische landbouw, zoals het niet-gebruiken van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Bij biodynamisch gaat het ook over het toevoegen, het ondersteunen van het leven in al haar facetten, van bodem tot landschap. Het is ook de levenshouding van de boer en boerin die op een bepaalde manier kijken naar het bedrijf en durven te vertrouwen op de natuur en daarin hun intuïtie ook een belangrijke rol laten spelen. Biodynamische landbouw is ook anders omdat boeren in een constante scholingsweg zitten. Stichting Demeter biedt collegiale toetsing aan waarbij boeren met elkaar in gesprek gaan. Dat is een inspiratiebron die ze ontzettend waarderen.”
“Je ziet dat er op radio en tv en in kranten verhalen verschijnen van biodynamische boeren omdat dat interessante bedrijven zijn. Maar het kan altijd beter. Daarom hebben we de Demeter-weken, met vorig jaar de campagne You Will Grow. Dit jaar richten we ons meer op klimaatverandering. Verder willen we op alle biodynamische bedrijven bordjes plaatsen zodat duidelijk zijn dat ze biodynamisch zijn.”
“Maar in winkelketens zoals Odin en Ekoplaza kunnen biodynamische boerderijen ook nog zichtbaarder worden, dus daar gaan we ook aan werken. En we gaan ons ook een beetje warm lopen voor ons 100-jarig jubileum in 2024.”
“We noemen ons de landbouw van de toekomst, de herstellende landbouw. Dat is de landbouw die we nodig hebben. Ik denk dat we daar echt een knaller van moeten maken, niet alleen in Nederland maar wereldwijd. Laten zien dat er wel degelijk alternatieven zijn voor de doodlopende weg die we nu aan het bewandelen zijn.”
“Er wordt door grote retailers wel geïnformeerd bij bepaalde boeren en bedrijven. We hebben als Stichting Demeter gezegd: we sluiten niemand uit, maar we hebben wel voorwaarden. Dat betekent dat je je echt moet verbinden met de biodynamische landbouw, dat je de missie van Stichting Demeter moet ondersteunen en dat je voorop moet lopen in biologisch voordat je iets met biodynamische landbouw kan. Kijk, die grote retailers zitten ook in een systeem dat juist een oorzaak is van de problemen waarin we terecht zijn gekomen, dus dan is het mooi wanneer daar ook een slag wordt gemaakt. Maar als dat op een manier gebeurt waarbij het ook daar weer gaat draaien om prijs, dan is dat niet goed.”
“Laten wij maar heel hard werken aan alternatieve systemen en verbonden landbouw. Dat kunnen webwinkels zijn, Odin winkels, Ekoplaza of Herenboeren-achtige constructies.”
“En daar komt iets anders bij: ook in Europa en in Nederland hoor je steeds meer over mislukte oogsten. Ook sommige biodynamische boeren in Nederland hebben dit jaar in één nacht meer dan 100 milliliter water over zich heen gekregen, met dramatische oogsten tot gevolg, ondanks dat hun bodemkwaliteit beter is. Dat betekent dat ons hele denken op de helling moet. Het moet gaan over: zijn we bereid samen met die boer mee te bewegen, in voor- en tegenspoed? Daarmee heeft Odin goud in handen als coöperatie, omdat ik denk dat verbonden landbouw de toekomst heeft. Van mensen die denken: ‘Ik ga dat avontuur met die boeren aan’, zoals Herenboeren."
“En dat zal de toekomst hebben: een verbonden landbouw. Niet een landbouw van inkopers die alleen komen voor het goedkoopste en het ergens anders weer goedkoop verpatsen. Want het ritme van de natuur en het meebewegen met oogsten en misoogsten, dat is een new fact of life. We zullen de diversiteit op bedrijven nog verder moeten vergroten, zodat een boer waar de kool mislukt toch een oogst en een inkomen heeft vanuit andere producten.”
“Dus die veerkracht en weerbaarheid van bedrijven moet komen van nog meer biodiversiteit en nog meer verbinding met de afzet en de consument en met ketens. De biodynamische landbouw komt voort uit de antroposofie die niet alleen ideeën had over landbouw en gezondheidszorg, maar ook over het vormen van associaties en broederschap in de economie. Dat worden heel grote thema’s. In die zin denk ik dat biodynamisch de landbouw van de toekomst is.”
“We zitten in de lift. Ongeveer 10% van de biologische landbouwers in Nederland is Demeter-gecertificeerd en dat aantal groeit mee met de bio-landbouw. Dat betekent dat er elk jaar bedrijven bijkomen. De groei gaat misschien niet zo hard als je zou willen, maar ik denk dat het belangrijk is dat biodynamische landbouw op een organische manier groeit en vooral ook een inspiratiebron is en blijft voor heel veel boeren om dingen anders te doen.”
“Biologisch en biodynamisch in Nederland groeit veel langzamer dan in andere Europese landen. Oostenrijk, Zwitserland, Denemarken, Zweden en Italië liggen echt op ons voor. Nederland is zeer dicht bevolkt met zeer intensieve landbouw, dus de overstap van gangbaar boeren naar biodynamisch boeren is gewoon groter. De prijzen voor landbouwgrond zijn hier ook heel erg hoog en je moet veel investeren om je bedrijf rendabel te maken. Daardoor kiezen veel boeren voor het gangbare systeem.”
“We zijn tientallen jaren op het spoor van intensivering gezet. Maar er wordt nu gezien dat het systeem helemaal vastgelopen is. De echte omslag in het beleid is er natuurlijk nog niet, maar het wordt steeds duidelijker dat we een andere kant op moeten. Het moet extensiever, die veestapel moet veel kleiner en we moeten veel meer rekening houden met biodiversiteit. Dat wordt allemaal gezien, maar de lobbykracht van de gangbare landbouw en de machtige toeleveranciers van kunstmest, chemie en krachtvoer is er nog steeds en biologische- en biodynamische landbouw worden nog nauwelijks gesteund.”
“Er is natuurlijk een enorme loyaliteit aan systemen waarin je opgroeit. Er zijn veel invloeden geweest om mensen richting die intensieve landbouw te brengen, vaak ook met goede intenties. Veel boeren hebben veel geïnvesteerd in trekkers en grond. Je bent zo opgeleid en opgevoed, je gelooft erin en je bent er trots op en dan zegt iemand: ‘Het is misschien toch niet de goede richting’. Dat is niet makkelijk te accepteren. Het is anders in landen waar de landbouw nog redelijk extensief is, maar omdat het hier zo intensief is maakt dat de overstap voor boeren extra groot. En dan hebben we ook nog eens geen voedselcultuur en nauwelijks een landschapscultuur.”
“Als je in Oostenrijk wandelt in de bergen dan zie je al die kleinere bergboeren die verbonden zijn met hun dorpen. Zij ervaren maatschappelijke steun voor het behouden van die cultuur van redelijk extensief landbouw bedrijven. Dat heb je in Nederland niet zo sterk. Maar de urgentie van het klimaatvraagstuk en de biodiversiteit is zo groot dat we niet kunnen blijven hangen in praten over wat er niet kan of over verdienmodellen. Het gaat erover wat er moet. En die mindset moet er ook komen bij de consument. ‘Oké, ik ga die boeren steunen die het anders doen, daar ga ik mijn producten kopen, dat is ook goed voor mijn gezondheid, daar geef ik dan wat meer aan uit.’ “
“Het gaat erom dat er echte verbinding is, die ook betekent dat je wilt meebewegen met de grillen van de natuur. Dus op een moment dat een boer heel veel uien heeft dat winkels zeggen ‘Goed, dan gaan we aanbiedingen en recepten doen met uien’ of wat dan ook. Op die manier zullen we moeten gaan kijken.”
“De vanzelfsprekendheid van de volle schappen is een illusie, die gaat er een keer aan. En dat gaat veel sneller dan we denken. In Europa zijn dit jaar heel veel oogsten mislukt. Ook in Nederland mislukt er een en ander. Als je dat een paar jaar achter elkaar hebt, en er is geen reden om te denken dat dat niet zou gebeuren, dan is het niet meer zo dat een supermarkt altijd alles heeft. Dan zullen we gewoon als samenleving moeten kijken naar hoe richt je die landbouw zo in dat die zo veerkrachtig mogelijk is en dat je ook meebeweegt met wat er door boeren aangeboden wordt. Dat klinkt vrij dramatisch, maar ik denk dat het de realiteit is.”
“We hebben ook een overheid nodig die bij iedere maatregel die ze neemt nadenkt over wat dat betekent voor biodiversiteit en het klimaat. Daar wordt veel voor gelobbyd, maar die lobby is altijd nog minder sterk dan die van grote bedrijven die toeleveranciers zijn van kunstmest, chemie, de zaden, de verwerkingsbedrijven die er roze koeken van willen maken en weet ik wat voor rommel die ons eigenlijk niet voedt, maar waar we toch toe worden verleid om te kopen. Dat vraag een grote verandering in bewustzijn.”
“We hebben het nu over een kantelpunt in klimaat, maar ik denk dat we ook een klein beetje naar een kantelpunt in bewustzijn gaan. Er was vandaag nog een rapport over dat een heel groot deel van de wereldbevolking ziet dat het anders moet. Vooral vrouwen en de hoger opgeleide stadsbevolking. Het percentage mensen die systemen willen veranderen neemt heel hard toe nu. Je ziet de overstromingen en de bosbranden. Mensen die op vakantie naar het zuiden zijn geweest weten hoe absurd heet het daar was afgelopen zomer.”
“Ik wens iedereen die bij Odin boodschappen doet de kracht om niet de moed te verliezen. Ik denk dat je nooit je kop in het zand moet steken en dat het gaat om het aanvaarden van wat er is en dankbaarheid voor wat er is, maar dat je wel strijdbaar moet zijn. En dat betekent je op een vriendelijke maar zelfbewuste manier uitspreken over je keuzes en waarvoor je staat. Over waarom je biodynamische producten koopt of wat minder vlees eet, of misschien niet meer vliegt. En activistischer mag zijn voor systeemverandering. Ik denk dat de hele biodynamische sector activistischer mag en moet worden. Want we strijden voor onze toekomst en die van onze kinderen. Hoe somber onze toekomst ook lijkt, ik weet dat ik nog steeds liever nu leef dan in de middeleeuwen waarin we in de steden vergingen van de stank en de ziektes en in tochtige huizen woonden.”
“Dus er is heel veel moois in deze wereld om voor te knokken, maar er moet wel geknokt worden. En dat moeten we met elkaar doen. Soms vind ik dat we nog iets te veel zijn van ‘Kijk mij met mijn smoothie en mijn yoga lekker gelukkig zijn’. Ik gun dat iedereen, maar het gaat erom dat we een collectieve verbinding en inspanning organiseren. Daarom is het mooi dat er steeds meer coöperatief denken in de samenleving komt. Ik hoop dat Odin dat nog verder uit zal werken en waar zal maken en dat ook met boeren coöperatief in zal vullen. Want daar moeten we het van hebben.”
Over Bert van Ruitenbeek
Bert is 60 jaar, getrouwd, en heeft 2 dochters van 20 en 22. “Ik raak in contacten en werkbezoeken altijd weer geïnspireerd door biodynamische boeren en hun bedrijf, omdat het gezond voelt, ruikt en proeft. En daarmee is mijn motivatie om me voor biodynamisch in te zetten ook gegroeid. Intuïtief voel ik me er thuis en wil ik me daarvoor blijven inzetten.“