Op Odin boerderij De Beersche Hoeve in Noord-Brabant worden onder andere stokbonen geteeld voor de zaadproductie. Gineke, boerin op De Beersche Hoeve, vertelt ons er meer over.
"Sinds enkele weken zijn we op de Beersche Hoeve bezig met het dorsen van de stokbonenzaden. Stokbonen zijn sperziebonen die als klimplant groeien. Vorige week zijn de zaden op transport naar Bingenheim in Duitsland gegaan en dat betekent dat alle geproduceerde zaden van dit jaar bij ons de deur uit zijn. En kunnen de groentetelers volgend seizoen weer (bonen) telen voor de consument!
De teelt van stokbonenzaad begint in het voorjaar met het bemesten en het zaaiklaar maken van het land. Dan bereiden we in april het veld voor door het zetten van palen en het spannen van draden tussen de palen. In mei zaaien we de bonen in, dat doen we met een soort zaaiwandelstok, waaruit om de 40 cm een groepje zaden valt.
Als de groepjes planten in juni ongeveer 10 cm hoog zijn, knopen we een touwtje om het bosje, leiden dit touw naar de ijzerdraad bovenaan en dan kunnen de bonenplantjes daarlangs omhoog gaan slingeren. In een gemiddeld jaar bestaat het bonenveld uit 40 rijen van 245 meter lang. Dat betekent 9800 meter, dus 9,8 kilometer aan bonenplanten. Dat zijn 24.500 bosjes planten. Die krijgen allemaal een touwtje omgeknoopt aan de voet en een boven aan de draad. Samen dus bijna 50.000 knoopjes. Op de foto zie je Jaime daarmee bezig. Het zijn dus heel veel knoopjes! Om dit voor elkaar te krijgen organiseren we elk jaar het ‘touwtjesknoopfeest’: we nodigen familie, vrienden en andere enthousiastelingen uit om mee te komen helpen. Dan wordt het gezellig en komt de klus in enkele dagen voor elkaar.
Vervolgens komt er een lange groeiperiode en eind juli zijn de bonen helemaal tot bovenaan gegroeid. Ze gaan dan bloeien en er verschijnen peulen. Als die eetrijp zijn gaan we ze dus niet oogsten (hoogstens een klein beetje voor een maaltje voor onszelf) maar we laten ze hangen zodat er zaden in gaan groeien. In september hopen we dan op mooi weer zodat de bonen mooi afrijpen en gaan opdrogen zodat we in oktober kunnen gaan plukken. Ook daarvoor nodigen we anderen uit om mee te doen! Zelf zijn we dan ook enkele weken aan het plukken. De bonen, die nog in de opgedroogde peul zitten, worden in kuubskisten voor onze droogwand in de schuur gezet om nog na te drogen.
En wanneer we tijd hebben, dit jaar dus pas in december, gaan de gedroogde peulen door een van de dorsmachines (de machine op de foto is de bandwrijfdorsmachine), waardoor de bonen uit de peulen worden gewreven. Dit jaar hadden we drie rassen: Preisgewinner, Neckarkönigin en Brunhilde. Samen goed voor 45 kuubskisten vol.
Daarna worden de bonen in big bags gedaan en op door een transportbedrijf naar Bingenheimer Saatgut in Duitsland vervoerd. Daar worden de bonen nog gezeefd, getest op kiemkracht en verpakt voor de (hobby) tuinder die er het volgend seizoen mee aan de slag kan!"