Harry Venhuis werkt sinds 1986 bij kwekerij Aurora. Hij is de derde generatie die in de 8000 m2 aan koude kassen van het familiebedrijf in Uithuizermeeden (Groningen) bladgewassen kweekt zoals andijvie en kropsla.
“Mijn grootvader heeft de kwekerij in 1924 opgericht en heeft het toen vernoemd naar Aurora, de Romeinse godin van de dageraad. Een toepasselijke en mooie naam!”
“Ik was als kind al veel in de kas te vinden en op een familiebedrijf wordt natuurlijk ook wel een beetje verwacht dat je meehelpt. Hierdoor is de passie voor het werk ook echt ontstaan. Persoonlijk is er voor mij niets mooier dan dicht bij de natuur te staan, met de seizoenen mee te telen en daarbij uiteindelijk een mooi product neer te zetten.
Waarom biologisch? Omdat het voor mij een uitdaging is om zonder chemische meststoffen en insecticiden een puur en eerlijk gewas op de markt te brengen wat op een natuurlijke manier is gegroeid.”
“Wij werken met een koude kas en verwarmen die dus niet met fossiele brandstoffen. In plaats daarvan telen wij met de seizoenen mee. Zo zijn de kropsla en andijvie die in de tassen zitten al in de herfst gezaaid en hebben zij de winter koud doorgebracht in de kas. Vanaf begin maart zijn de eerste zaadjes de grond ingegaan. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met raapstelen, Chinese kool en paksoi.
We merken daarbij zeker wat van de klimaatverandering. Het belangrijkste is dat de winters eigenlijk geen echte winters meer zijn. Het is in de wintermaanden de laatste jaren vaak zo warm dat we tot later in het seizoen kunnen telen en ook vroeger in het jaar aan de slag kunnen gaan.”
Lachend: “Om te eten of te telen? In beide gevallen de raapstelen. Ze zijn heerlijk van smaak, maar zijn best kwetsbaar om te telen. Alle omstandigheden moeten daarom precies goed zijn.”