De huidige discussie in de media over ‘beewashing’ en de mogelijke schade die imkers met hun honingbijen leveren aan de insectenstand, leidt volgens ons af van de werkelijke problematiek van onze enorm afgenomen biodiversiteit en belemmert initiatieven die de insectenstand willen herstellen.
‘Al helende de aarde bewerken’ is de opdracht die de oprichters van Odin ons hebben meegegeven. Naast het verkopen van biologische en biodynamische levensmiddelen, wil Odin daarom bijdragen aan de biodiversiteit op boerderijen. Dat is de reden dat wij al 12 jaar een eigen imkerij hebben die samenwerkt met biologische en biodynamische landbouwboerderijen en op deze bedrijven de natuurwaarden versterkt.
De toon van het huidige gesprek over beewashing in de media, waarin allerlei bedrijven hun imago zouden willen oppoetsen of door hun onprofessionele initiatieven zelfs schade zouden aanrichten aan de insectenstand, is volgens ons niet behulpzaam. Natuurlijk valt op sommige initiatieven een en ander aan te merken en dat moet ook besproken worden. Maar het valt niet te ontkennen dat initiatieven als Honey Highway en de tegenwoordig zelfs in bouwmarkten aanwezige insectenhotels, de bewustwording over de insectenproblematiek sterk vergroot hebben. Veel mensen beseffen nu dat er een probleem is met de insectenstand, maar ook dat ze er zelf iets aan kunnen doen. En veel mensen voelen zich geïnspireerd om imker te worden in hun eigen sier- of volkstuin, bloemen te zaaien, geen gif te gebruiken of tegels te wippen rond hun huis. We zouden die energie juist moeten richten op het verbeteren van bestaande initiatieven, samenwerking bevorderen tussen kennisinstituten, milieubeschermers en goedwillende burgers. En niet die burgers het gevoel geven dat ze alwéér fout bezig zijn.
Hoe zit het dan met de Odin honingbijen? Onze imkerij houdt honingbijenvolken op 26 locaties in Nederland. Voornamelijk op biologische en biodynamische boerderijen, maar ook op het dak van de Kunsthal in Rotterdam, bij culturele broedplaats De Ceuvel in Amsterdam en bij museum Valkhof in Nijmegen. Hoe steunen die bijenvolken de biodiversiteit? Of vormen ze toch een bedreiging voor wilde bijen en andere insecten? En wat kunnen we nog meer doen voor de insecten? We vragen het onze imker.
“Het korte antwoord is nee” zegt Odin imker Jos Willemse. "Er is inderdaad onderzoek dat er op wijst dat solitaire wilde bijen verdrongen kunnen worden wanneer er massaal honingbijenvolken in de buurt gehouden worden. Ze gebruiken namelijk deels dezelfde bloemen (drachtplanten) als voedselbron voor nectar. Dit wordt ook wel voedselconcurrentie genoemd. Wanneer er ergens weinig bloemen zijn en de wilde bijen daar net kunnen overleven is het duidelijk dat het voor hen niet goed is wanneer een imker meerdere honingbijenvolken in de buurt plaatst. Verder zijn veel wilde bijensoorten bedreigd, dus het is begrijpelijk dat de gemeente Amsterdam bezorgd is vanwege de mogelijke verdringing van wilde bijen door de honingbijenvolken van de beroeps- en amateurimkers in de stad.”
Odin werkt samen met de honingbijen om de biodiversiteit te vergroten - Odin imker Jos Willemse
“Maar met het beperken van het aantal honingbijenvolken zijn we verkeerd bezig” vindt Jos. Het is namelijk symptoombestrijding en het verhult het werkelijke probleem waar we aan moeten werken: we moeten ervoor zorgen dat wilde bijen én andere insecten niet meer bedreigd worden! Odin wil een rijke biodiversiteit en een mooie natuur, waar het voor mensen en alle andere levende wezens goed vertoeven is.”
“Het houden van honingbijen in Nederland zou geen enkel probleem zijn als er niet een ontzettende kaalslag zou plaatsvinden in de Nederlandse natuur, vooral als gevolg van de intensieve landbouw. De eens kruidenrijke weilanden zijn nu omgevormd tot het beruchte ‘grasfalt’. Oftewel weilanden waar alleen maar Engels Raaigras groeit, dat bovendien ook meerdere keren per jaar gemaaid wordt zodat er nooit iets tot bloei komt. Verder zorgt de overbemesting voor een overdaad aan stikstof, waardoor veel plantensoorten verdrongen worden. En dan is er natuurlijk het gebruik van herbiciden, fungiciden en insecticiden die de biodiversiteit van planten en insecten verder aantast, zoals het beruchte glyfosaat in RoundUp en bestrijdingsmiddelen die neonicotinoïden bevatten.”
“Het aantal vlinders in Nederland is gehalveerd in de afgelopen 30 jaar. Lokaal onderzoek van Natuurmonumenten geeft voor loopkevers aan dat ze in 27 jaar met 75% zijn afgenomen. In een beschermd natuurgebied even over de Duitse grens bij Venlo zijn de insecten met meer dan 75% afgenomen. Iedereen ouder dan 40 jaar weet misschien nog wel hoe de voorruit van de auto vroeger na een zomerse rit vol zat met dode insecten. Nu blijven je ruiten nagenoeg schoon.”
“De Nederlandse overheid zou bekend moeten maken op welke locaties bestrijdingsmiddelen gebruikt worden, zodat de correlatie tussen insectensterfte en deze schadelijke stoffen inzichtelijk wordt. Zie het voorbeeld van Zweden, waar alle data beschikbaar zijn. Het zou mooi zijn wanneer onderzoeksinstituten en natuurbeschermers zich hiervoor in zouden zetten. Ook zou de werking van de mix van giftige bestrijdingsmiddelen veel serieuzer onderzocht moeten worden. Er zijn aanwijzingen dat die gevolgen daarvan heel ernstig zijn. Juist voor wilde bijen. En laten we vooral kijken naar het landelijk gebied, daar is de achteruitgang van solitaire wilde bijen het sterkst. Daar is dus ook de meeste winst te behalen. Ook moeten we onderzoeken waardoor er in koeienvlaaien geen insecten meer voorkomen. Dit kan heel goed te maken hebben met het gebruik van diergeneesmiddelen.”
“Naast solitaire wilde bijen leven er trouwens wel degelijk honingbijenvolken in het wild. Die moeten we niet vergeten en zij verdienen het om in natuurgebieden beschermd te worden. Maar daar wordt helaas niet naar gekeken en er wordt niet actief gezorgd voor nestgelegenheid. Verder is de inheemse honingbij (zwarte bij of Apis Mellifera Mellifera) een bedreigde diersoort, die eigenlijk ook op de rode lijst moet staan voor een betere bescherming.”
“Het is goed om te beseffen dat de optimale bestuiving van zowel wilde flora als cultuurgewassen het beste geschiedt door een mix van wilde bijen en honingbijen. Dat moeten we ook niet vergeten. Laten we daarbij trouwens ook goed kijken naar het verschil tussen imkers die goed samenwerken met de natuur en de zogenaamde ‘honingjagers’, die het alleen maar om grote hoeveelheden honing te doen is.”
“Odin wil een bijdrage leveren aan een gifvrije wereld met een rijke biodiversiteit. Dat doen we niet alleen door levensmiddelen te verkopen die zo duurzaam mogelijk en zonder chemische bestrijdingsmiddelen zijn geproduceerd, maar ook door boeren te helpen om de biodiversiteit op hun eigen land te verder versterken. Dat doen we juist met honingbijen.”
“Dat werkt als volgt: de aanwezigheid van honingbijen zorgt ervoor dat de boer zich bezig moet houden met de vraag of er voldoende drachtplanten zijn op zijn terrein. De bijen herinneren de boer hier dagelijks aan zou je kunnen zeggen. Want als een volk weinig nectar binnenbrengt is er te weinig te eten. Samen met de boeren kijken wij daarom altijd wat er gedaan kan worden om de hoeveelheid drachtplanten te vergroten. Denk aan bomen, struiken, bloeiende bermen en slootkanten en ook aan waterpartijen. Waar nodig een aangepast maai- of beheerbeleid. En dat doen we in die mate dat alle insecten hier voordeel bij hebben. En daardoor ook weer de vogels die insecten eten, enzovoort. We houden zelfs natuurwaardenonderzoek op boerderijen, mede gefinancierd door honingproducent De Traay, waarmee de stand van de natuur op een boerenbedrijf wordt gemeten en concrete adviezen worden gegeven om de biodiversiteit te verbeteren. We dragen bij aan bewustwording door excursies te organiseren naar die boerderijen tijdens onze Meimaand Bijmaand en houden de leden van onze coöperatie en onze klanten op de hoogte van hoe het ervoor staat met onze bijen en de biodiversiteit op de boerderijen. Onze bijenkasten zijn gesponsord door klanten en we hebben 433 Vrienden van de Imkerij, die ons imkerwerk iedere maand financieel ondersteunen. Op die manier dient de honingbij eigenlijk als een ambassadeur voor de insectenwereld en werken wij eraan om samen met de honingbijen de biodiversiteit en de bewustwording daarover te vergroten.”
Ben je overtuigd? Dan wil je misschien onze imkerij financieel ondersteunen. Het kan ook dat je nog vragen hebt. Mail ons dan of lees meer over de Odin imkerij.