Van 3 t/m 16 oktober vieren wij de Demeterweken. Met extra veel aandacht voor de meerwaarde van het keurmerk op het gebied van biodiversiteit, dierenwelzijn, bodemleven, vitaliteit en toekomst.
Er komen steeds meer duurzaamheidslogo’s voor voeding op de markt. De teller staat al op bijna 100. Wist je dat Demeter het allereerst duurzaamheidskeurmerk voor voeding is? Lang voordat de milieu- en klimaatproblematiek voor een breed publiek zichtbaar en bekend werd, is de biodynamische (BD) landbouw, al in 1924 vanuit de zorg voor de aarde ontstaan en kwam enkele jaren later het Demeter keurmerk op aantal producten.
De grondlegger van de biodynamische landbouw is de Oostenrijkse filosoof en wetenschapper Rudolf Steiner. Hij gaf op verzoek van een aantal landeigenaren en boeren die zich toen al zorgen maakte over de introductie van chemie in de landbouw een aantal lezingen die later zijn gebundeld en bekend geworden als de landbouwcursus.
Deze voordrachten gaan uit van de samenhang van alle levensprocessen en dat je als boer moet kijken naar de totale gezondheid van het bedrijf waarbij bodem, planten, dieren en mens in balans zijn. In plaats van ingrijpen met chemie, juist samenwerken met de natuur. Precies waar nu de discussie overgaat omdat de chemische input landbouw vastloopt op tal van milieu en gezondheidsproblemen.
Het Demeter keurmerk is vernoemd naar een godin uit de Griekse oudheid: de godin van groei en vruchtbaarheid.
Het Demeter-keurmerk wordt wereldwijd gebruikt en normen worden vastgesteld in een democratisch proces met alle landen die actief zijn met biodynamische landbouw waaronder Nederland.
Alle producten met het Demeter keurmerk voldoen in ieder geval aan de normen voor biologische landbouw, zoals die binnen de Europese wetgeving zijn vastgelegd. Boeren en verwerkers die daarnaast als aanvulling voldoen aan de Demeter normen ontvangen na de controle een Demeter certificaat en mogen het Demeter keurmerk voeren. Stichting Demeter is houder van het Demeter-keurmerk voor Nederland en Vlaanderen.
"Het Demeter keurmerk werd in een onafhankelijk onderzoek van Milieu Centraal verkozen als topkeurmerk vanwege onderscheidende normen en onafhankelijke inspecties"
In deze campagne staat de meerwaarde van het Demeter keurmerk ten opzichte van het biologisch keurmerk centraal. Hierbij wordt gekeken naar de minimale eisen voor biologisch vanuit de Europese wetgeving. Sommige biologische telers gaan verder dan deze wetgeving en hebben aspecten van de Demeter normen overgenomen in hun bedrijfsvoering (bijvoorbeeld aanleg van bloemenranden). Echter, zij mogen pas het Demeter keurmerk dragen als aan alle Demeter normen wordt voldaan. In Nederland is ongeveer 10% van de biologische landbouw, biodynamisch gecertificeerd, ofwel met Demeter keurmerk, dat zijn 155 bedrijven in Nederland en 7 in Vlaanderen.
Op Demeter bedrijven is minimaal 10% van het land bestemd voor bevordering van biodiversiteit. Heb je een bedrijf van 20 hectare, dan is er dus 2 hectare beschikbaar voor bijvoorbeeld stroken met bloemen en kruiden die insecten aantrekken, houtwallen waar vogels een veilige plek kunnen vinden, paddenpoelen of kruidenrijk grasland waar geen koeien lopen en dat niet wordt gemaaid, dus waar (zeldzame) weidevogels rustig in kunnen nestelen. Hoe meer natuur je naar een bedrijf toe trekt, hoe beter de natuur in staat is om zelf problemen op te lossen en schade aan de oogst door plagen te voorkomen. Boeren mogen zelf kiezen welke vorm het best bij het bedrijf en hun omgeving past. Biologische boeren zijn dus niet verplicht om op deze manier biodiversiteit te bevorderen.
Opdracht: Kijk eens in de omgeving waar jij woont. Stel dat je een biodynamische boerderij zou hebben, op welke manier zou jij die 10% willen besteden?
Wist je dat een gezonde bodem barstensvol leven zit? Het krioelt er van de wormen, torretjes, spinnetjes, kevers en insecten. Regenwormen houden de bodem bijvoorbeeld gezond door achtergebleven resten van de oogst te verteren tot voedzame wormenpoep. Ook maken ze gangen in de bodem waar wortels van planten makkelijk in kunnen groeien en daardoor meer water en voedingsstoffen ter beschikking hebben. Bovendien zorgen wormengangen ervoor dat regenwater makkelijker de bodem in kan trekken (handig met een stortbui), zodat de bodem als een spons kan fungeren (handig in drogere periodes).
Maar nog belangrijker is wat we met ons blote oog niet kunnen zien: micro-organismen. Wist je dat in 1 theelepel gezonde landbouwgrond meer micro-organismen leven dat dan er mensen op aarde leven? In de bodem zit het grootste levensweb ter wereld, waar miljarden bacteriën en schimmels samenwerken met planten en bomen. Al het bodemleven samen zorgt ervoor dat de plant voedingsstoffen uit de bodem goed kan opnemen en weerstand ontwikkeld.
Met het gebruik van dierlijke mest, compost , groenbemesters en toepassing van natuurlijke preparaten zorgen biodynamische boeren voor een rijk bodemleven. Zonder gebruik van chemische-synthetische middelen. Dit draagt bij aan de vitaliteit van de gewassen en behoud van bodemvruchtbaarheid.
"Biodynamische telers voeden niet de plant, maar zorgen voor een vitale bodem die op haar beurt voor vitale gewassen zorgt"
Een ander belangrijk aspect van de bodem verzorgen is dat je de bodem rust geeft. Biodynamische telers passen daarom een ruime vruchtwisseling toe. Dat betekent dat ze niet jaar in jaar uit hetzelfde gewas op dezelfde grond mogen telen. Dat vraagt namelijk teveel inspanning van de bodem. Rustgewassen, zoals granen, geven het bodemleven de tijd om te herstellen. Een ruime vruchtwisseling zorgt dus voor een ruime diversiteit aan gewassen en ruime biodiversiteit in de bodem. De meeste biodynamische boeren hanteren een gewasrotatie van 1 op 6 of meer (dus nadat je bijvoorbeeld bieten hebt geteeld, teel je eerst 5 andere gewassen voordat je weer bieten inzaait op hetzelfde perceel). In Europese bio wetgeving is een minimale gewasrotatie van 1 op 2 verplicht.
Op biodynamische boerderijen krijgen dieren we ruimte om maximaal natuurlijk gedrag vertonen. Dat betekent bijvoorbeeld dat koeien en geiten hun hoorns mogen behouden (alle koeien en geiten hebben van nature namelijk hoorns). Een van de normen van Stichting Demeter is dat kalveren vanaf 7 dagen oud in groepsverband moeten worden gehouden. En ze moeten naar hun aard kunnen bewegen. Het Demeter-keurmerk stelt (nog) geen norm dat kalfjes bij de moeder moeten blijven. Een deel van de biodynamische boeren van Zuiver Zuivel kiest er echter wel voor om de kalveren bij de koe te laten lopen. Lees er meer in onze nieuwspublicatie.
Ook voor kippen gelden aanvullende regels op de Europese bio wetgeving. Kippen zijn namelijk bosdieren. Ze voelen zich veilig in een omgeving waar veel bomen en struiken zijn. Daarom is 80% van de uitloop van biodynamische kippen bedekt met bomen en struiken. Ook kunnen ze een zandbad nemen, krijgen ze gedeeltelijk hele graankorrels (in plaats van meel) en loopt zijn er minimaal 2 hanen per 100 hennen die zorgen voor orde.
Bovenop de Demeter normen hebben de Nederlandse biodynamische pluimveehouders met elkaar afgesproken dat er geen eendagskuikens worden gedood. Een groot deel van de haantjes die worden geboren bij de fok van leghennen wordt direct na de geboorte verwerkt in diervoeding. En dat zijn er veel; want uit 1 op de 2 eieren wordt een haantje geboren. Gelukkig zijn biodynamische pluimveehouders erin geslaagd om deze hanen op te laten groeien en te verwerken tot kwalitatieve broederhanenproducten. Meer informatie daarover vind je hier.
Biodynamisch staat voor zo puur en onbewerkt mogelijk voedsel. Sappen mogen bijvoorbeeld niet uit concentraat komen. Dat betekent dat ze alleen worden geperst en zo de fles in gaan (dus niet eerst geconcentreerd en vervolgens weer aangelengd met water). Een ander voorbeeld is melk: de meeste melk wordt in de fabriek onder hoge druk door een fijne zeef geperst die de vetbolletjes klein maakt. Dat noem je homogeniseren. Demeter melk wordt niet gehomogeniseerd en daardoor kan er dus na verloop van tijd een natuurlijke roomkraag ontstaan.
Een toekomstbestendige landbouw is momenteel het onderwerp van de dag. Bij Demeter heeft toekomstbestendigheid altijd al centraal gestaan. Niet op korte termijn denken aan zoveel mogelijk productie, maar op lange termijn de grond vitaler maken en het ecosysteem met elkaar verbinden.
"Een gezonde bodem geeft gezond voedsel aan gezonde dieren die zorgen voor de beste kwaliteit voedsel."
Biodynamische landbouw staat voor grondgebonden landbouw. Dat betekent dat een boerderij niet meer dieren mag hebben dan dat ze zelf aan voedsel kan telen voor de dieren (soms uitgebreid met een te begrazen aangrenzend natuurgebied). Koeien krijgen bijvoorbeeld minimaal 80% van het voer van eigen bedrijf. De mest van de dieren wordt gebruikt op eigen land en zo blijven landbouw en dieren in balans. Dat maakt het gebruik van krachtvoer en antibiotica nagenoeg overbodig en voorkom je mestoverschotten, te veel stikstofuitstoot, vervuiling van lucht en drinkwater. En dat zorgt er weer voor een gezonde biodiversiteit, klimaat en voedselzekerheid. Hoe toekomstbestendig wil je het hebben?
Al onze locaties hebben sinds 2017 het EKO-keurmerk. Dit betekent dat minimaal 90% van alle levensmiddelen biologisch moet zijn. Bij Odin is dit 100%. Op dit moment is 10% van ons assortiment biodynamisch en we streven natuurlijk naar meer.
Bron: Stichting Demeter