Monique Schieman runt samen met haar man Martijn de biodynamische gemengde boerderij De Zonneboog, bij Lelystad. Naast boerin is ze ook twee dagen in de week docent Groene Ruimte bij Aeres. Monique is sinds eind vorig jaar voorzitter van de Stichting Odin imkerij.
“De bijen houden mij scherp en wakker. Als ik bijvoorbeeld met mooi weer in de ochtend de eerste bijen zie met gekleurde stuifmeelpollen aan de pootjes en mezelf afvraag van welke plant dit nu weer komt. En dan blijkt dat het onopvallende bloemetje van de asperge prachtig bruinrood stuifmeel heeft en de bijen daar op vliegen. Zoiets is voor mij een cadeautje. Maar de bijen zorgen er ook voor dat je met andere ogen naar je bedrijf kijkt en je je afvraagt; wat is er op dit moment te eten voor de insecten?”
“Toen ik hier 23 jaar geleden kwam stonden er al twee bijenkasten. Als leek volgde ik een bijencursus. Ik leerde veel praktische zaken, maar eerlijk gezegd kreeg ik er ook wel eens stress van. Ze gingen altijd zwermen (wanneer een nieuw volk zich afsplitst van het bestaande volk – red.) op momenten dat wij druk waren of weg moesten. En als beginnende imker ben je ook wel eens onzeker over wat je moet doen. Toen kwam Odin met het plan voor de Odin imkerij en kwam ik in contact met Odin imker Jos Willemse. Dat voelde heel fijn. De biodynamische manier van bijenhouden is veel relaxter.”
De biodynamische manier van bijenhouden is relaxed
“Collega imkers zijn vaak behulpzaam en voorzien je graag van tips. ‘Heb je ze al bijgevoerd, heb je al de koninginnedoppen gebroken’ noem maar op. Zo waren we veel aan het ingrijpen, al met al veel te intensief. Toen kwam Jos en dat was een verademing, hij leerde ons hoe het ook anders kan, want Jos laat bijen gewoon bij zijn. Dat zwermen bijvoorbeeld is gewoon hun manier van vermeerderen.”
“Je probeert vooral te voorkomen dat bijen gaan zwermen en daar zijn verschillende methodes voor. Je haalt bijvoorbeeld het raampje met de koninginnedoppen en broed uit de kast. Die plaats je met bijen en al in een andere kast, de koningin kruipt uit haar cel en een nieuw bijenvolk is ontstaan. Maar ik vind dat zwermen juist een wonder. Hoe kan het dat duizenden bijen zich in twee volken opsplitsen, welke bij blijft in de kast en welke bij gaat met de oude koningin mee op pad? En met wat voor kunstgrepen zijn wij allemaal bezig om dat te voorkomen? We zijn het respect voor bijen kwijtgeraakt.”
Bijen zorgen ervoor dat je anders naar je bedrijf kijkt
“Het doet je nadenken over je boerderij. Soms moet er bijvoorbeeld een klimop gesnoeid worden. Maar in de wetenschap dat dit echt de laatste stuifmeelleverancier van het jaar is denk je: dat kan ook nog wel even wachten... Dus je bent meer bezig met kijken naar hoe je ervoor kunt zorgen dat de bijen altijd wat te eten hebben. We laten nu bijvoorbeeld gewassen langer staan of houden rekening met ons maaibeleid. En deze strook is interessant (wijst naar buiten). Daar stonden eerst nog gewassen en nu staan er bijenbomen (Tetradium Danielli, Stink Es - red). Die hebben ervoor gezorgd dat er een perfect microbiotoopje is gekomen, niet alleen voor bijen, maar voor heel veel insecten.”
“De Odin imkerij zet de honingbij in als ambassadeur voor de insectenwereld. De bij is een heel aaibaar dier. Hij spreekt meer aan dan de gaasvlieg (lacht), terwijl die ook belangrijk is. Maar het gaat om de biodiversiteit. En als die honingbij ons helpt om eraan te denken over hoe we de biodiversiteit op peil houden, dan vind ik het prima dat hij daarvoor wordt ingezet. Daarnaast moeten we de consument duidelijk maken dat als je ergens iets koopt, bijvoorbeeld bij een Odin winkel, dat je meer koopt dan alleen een product. Je ondersteunt daarmee ook de imkerij en de biodiversiteit, maar ook een ander landbouwsysteem. Ik kan me voorstellen dat de wetenschap dat jouw keuzes wel degelijk invloed hebben jou als consument gelukkig stemt. Dat je weet dat je echt iets kan doen.”
De Zonneboog is een gemengd biodynamisch bedrijf. Monique: “In totaal hebben we zo’n 110 hectare akkerbouw en tuinbouw met pootaardappelen en gewone aardappelen. We hebben zo’n 18 verschillende gewassen per jaar, ook vrij veel bloemen, tuinbonen, bloemkool, suikermais, heel veel granen, wortels, pastinaak, rode bieten, et cetera. Verder hebben we 80 vleeskoeien en een stier. We vinden het leuk om het zo gevarieerd en divers mogelijk te houden op ons bedrijf.” '
“In 2010 volgde ik een gangbare imkercursus. Nadat ik mijn papiertje haalde zei ik tegen mijn medecursist ‘Zo ga ik het dus niet doen.’ In de gangbare imkerij wordt het bijenvolk voortdurend gemanipuleerd. Iedere week wordt de kast geopend om te zien of alles goed gaat. Zodra een nieuwe koningin aanstalten maakt om met een groep bijen te zwermen worden ze apart gezet.”
“Ik kende Jos al langer en toen hij in 2011 tegen mij zei dat Odin een imkerij ging beginnen, ben ik hem gaan helpen. Later kwamen er ook andere vrijwilligers bij. Jos zijn manier van werken paste perfect bij mij. Een bijenvolk is een
individu. En ik heb niks te zeggen over dat volk, ik kan het alleen maar een goede plek bieden.”
“De insectenwereld is op een bedrijf net zo belangrijk als de mensen en de gewassen. Bijen stimuleren een boer om beter te kijken naar zijn land, naar bloeiende bomen en planten. Dat hebben we hier ook gedaan op Thedinghsweert. We zien dat het resultaat heeft. En veel van onze zwermen wonen nu op allerlei locaties die meedoen met de Odin imkerij, zoals biodynamische boerderijen, maar ook De Kunsthal in Rotterdam en Museum Valkhof in Nijmegen."
Jan Brilleman is medeoprichter van Odin. Hij woont in de leefgemeenschap Thedinghsweert bij Tiel.