Verzorg jezelf met biokatoen
Je bent zelden ver weg van katoen. De meesten van ons dragen en gebruiken het elke dag. Van katoenen T-shirts en handdoeken tot populaire katoenen boodschappentassen. Maar wat weten we eigenlijk van katoen? Tijd om in de wereld van het katoen te duiken en te ontdekken hoe je een stuk beter voor de planeet zorgt door biologisch katoen te gebruiken….
Duizenden jaren oud
De geschiedenis van katoen gaat duizenden jaren terug. Het lijkt erop dat katoen voor het eerst rond 3.000 jaar voor Christus werd gebruikt in India. Al zijn er ook aanwijzingen dat katoen in Egypte nog eerder werd gebruikt. Arabische handelaren brachten in 800 na Chr. al katoenproducten naar Europa.
Wat is katoen eigenlijk?
Katoen is een plantaardige vezel die komt van de zaadpluizen van de katoenplant. De plant (Gossypium), is een eenjarig gewas uit de kaasjeskruidfamilie. Over de hele wereld vind je ruim 290 soorten katoenplanten. Van met name drie soorten wordt katoen geoogst. De katoenplant houdt van warmte en zon, en heeft minimaal 500 millimeter neerslag per jaar nodig. Vrieskou overleeft de plant niet, vandaar dat je de katoenplant in Noord-Europa niet tegenkomt.
Het gebruik van katoen
Katoenen producten vind je echt overal: van tassen, theedoeken en handdoeken tot beddengoed. Maar wist je dat het papier voor Nederlandse bankbiljetten ook voor een groot deel bestaat uit katoen? In dit speciale papier zitten de korte vezels die overblijven bij de productie van textiel.
Nuttige plant
Alle delen van de katoenplant worden gebruikt. Vezels voor katoen en de zaadhulzen waar het pluis is zit, komen in veevoer terecht of worden als brandstof gebruikt. Ook wordt soms de olie uit de zaden geperst. Deze olie vind je bijvoorbeeld in mayonaise en margarine of bakolie. Ook zit katoenolie in bepaalde cosmetica, zeep en in rubber. Best een veelzijdige grondstof dus!
Geliefd product
Katoen is vooral populair omdat het ademt en tot 27 keer zijn eigen gewicht aan vocht opneemt. Ook staat katoen vocht weer snel af, waardoor het snel droogt.
Waar groeit katoen?
Katoen groeit wereldwijd in 75 landen. Gangbaar katoen groeit op grote katoenplantages in met name China, India, de VS en Pakistan. Maar ook in landen zoals Brazilië, Oezbekistan en Turkije. Het meeste biologische katoen komt uit India (74%), gevolgd door China, Turkije, Tanzania en de VS. Groei De tijd tussen het planten van het zaad en het oogsten van de katoen verschilt enorm. Dit ligt aan de soort, het land, het weer en de manier van telen. De groei begint met het planten van het katoenzaad. Na 7 dagen, verschijnt het plantje boven de aarde. Na 2 maanden ontstaan er bloemen en nog eens 1,5 maand later barst de vrucht open. Het pluis komt tevoorschijn, klaar om door de wind weggeblazen te worden en zo de zaadjes die erin zitten te verspreiden. Maar voor die tijd wordt het geoogst. Dit gebeurt 1x per jaar, meestal in 3 plukrondes. Een kleine 1% van het katoenzaad wordt gebruikt voor nieuwe katoenplanten.
Van katoen tot product
De bollen katoenvezels moeten worden geplukt. Dit kan met een grote plukmachine of met de hand. Wereldwijd wordt ongeveer 1/3 van het katoen met een machine geplukt en 2/3 met de hand. Zeker in arme landen plukken kleine katoenboeren met de hand. Om je een idee te geven; er zijn machines die met gemak 80.000 kilo pluis per dag plukken, in tegenstelling tot een katoenplukker die ongeveer 35 kilo per dag plukt. De katoenbollen gaan naar een fabriek waar men het zaad van het pluis scheidt. Om het vocht te verwijderen gaat het pluis in een droger.Vervolgens gaat het in een ontpitmachine waar vuil en zaadjes worden verwijderd. De vezels worden in een spinnerij tot garen gesponnen. De vezellengte van
katoen varieert van 10 tot 50 mm. Hoe langer de vezels, hoe beter de kwaliteit. Het garen wordt indien gewenst geverfd en daarna geweven of gebreid tot een stof. Het kan ook andersom, dus eerst weven of breien en daarna verven. Als laatste wordt de stof eventueel bedrukt.
Gangbaar katoen
De katoenplant is erg gevoelig voor plagen en ziektes. In Noord-, Midden- en Zuid-Amerika is de katoenkever de grootste vijand. Dit is het donkere beestje in de spierwitte katoenpluizen. Ook de larven van de katoendaguil (nachtvlinder), de roze katoenmot en de legerrups zijn dol op de katoenplant. Daarnaast kunnen schimmels en bacteriën de plant aantasten. Om al deze vijanden te bestrijden worden er veel giftige bestrijdingsmiddelen gebruikt. Slecht voor de natuur en voor de gezondheid van de arbeiders. Ook zijn katoenzaden meestal genetisch gemodificeerd voor een hoge opbrengst. Vaak is er ook sprake van slechte werkomstandigheden en kinderarbeid. Gelukkig zijn er organisaties zoals GOTS, die zich bezighouden met de arbeidsomstandigheden in de hele productieketen, en de Fair Wear Foundation die zich richt op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de kledingateliers.
Biologisch katoen
Slechts 1% van de totale katoenproductie is ecologisch verantwoord. Pesticiden, kunstmest en genetisch gemodificeerde zaden zijn hierin niet toegestaan. Het oogsten gebeurt altijd met de hand, net als het verwijderen van onkruid. Om het gewas te beschermen worden natuurlijke middelen ingezet. Zo worden er insecten uitgezet die schadelijke beestjes opeten. Langs de randen van de katoenvelden worden planten neergezet waar de ‘goede’ insecten graag verblijven. Verder worden plantenresten na de oogst verwijderd om schade door schimmels te voorkomen. Er wordt natuurlijke compost gebruikt en er wordt dekgewas ingezet. Dit zijn planten die de groei van onkruid en winderosie tegengaan. Insecten worden ook bestreden door gebruik te maken van botanische plantenextracten. Daarnaast wisselen boeren de teelt met bijvoorbeeld graan en mais af. Zo blijft de bodem vol gezonde voedingsstoffen waarin ziektes en onkruid minder kans krijgen. Beter voor de natuur en de gezondheid van de katoenboeren.
Keurmerken
Er zijn verschillende keurmerken met elk net een andere focus en impact. Een aantal daarvan op een rij.
GOTS
GOTS staat voor Global Organic Textile Standard. Dit is de strengste internationale standaard voor biologisch textiel. Dit keurmerk garandeert, in tegenstelling tot veel andere keurmerken en initiatieven, dat de volledige productieketen duurzaam is.
Textile Exchange
Dit is een organisatie die duurzame ontwikkeling ondersteunt. Ze stimuleren boeren, producenten en afnemers om beter samen te werken. Ze zijn belangrijk omdat veel grote bedrijven zijn aangesloten.
Better Cotton
Het Better Cotton Initiative (BCI) is opgericht door ontwikkelingsorganisaties, milieuorganisaties
en het bedrijfsleven (zoals H&M, Nike en Ikea). Het richt zich op het verduurzamen van de katoenteelt. Better Cotton-boeren kunnen echter wel gewoon genetisch gemodificeerde zaden, synthetische pesticiden en kunstmest gebruiken.
Cotton Made in Africa
Het keurmerk is gericht op kleine boerenbedrijven en op seizoensarbeiders die in de ontkorrelfabrieken in de Sub-Sahara werken. Genetisch gemodificeerde katoen en schadelijke pesticiden zijn verboden. Het keurmerk gaat alleen over de katoen zelf, niet over de verdere keten zoals de arbeidsomstandigheden.
Odin en biologisch katoen
Goed zorgen voor mens en milieu betekent wat Odin betreft dat textiel ook duurzaam is. Ook onze katoenen handdoeken en boodschappennetjes. Daarom werken we samen met Bo Weevil. Zij kiezen uitsluitend voor biologisch katoen van de hoogste standaard, gecertificeerd door GOTS. Het verven van de stoffen gebeurt bij een gecertificeerde ververij. De synthetische verfstoffen zijn goedgekeurd door GOTS en het katoenafval wordt op een verantwoorde manier verwerkt.
Ga voor ecologisch & sociaal
Bij Odin kun je de hele zomer sparen voor 25% korting op handdoeken van 100% biologisch katoen van Bo Weevil. Het product is misschien nu nog iets duurder dan je gewend bent, maar het is dan wel ecologisch en sociaal verantwoord.
Geschreven door: Krista van de Steeg