Een van de idealen bij Odin is dat al onze producten 100% biologisch zijn, en het liefst biodynamisch. Gerjan Slingenbergh van pluimveehoudersbedrijf 'Het Willink' deelt onze liefde. Hij levert een deel van de Demeter Odin eieren die we in onze winkels en aan partners verkopen. Wij gaan in gesprek met Gerjan (65) over waar zijn liefde voor kippen vandaan komt.
“In de jaren ‘70 en ‘80 was ik vleesveehouder en akkerbouwer. Op een gegeven moment vertelde Carolina, mijn vrouw, dat ze droomde van stieren die de trap opkwamen en onze kinderen aanvielen. Het liet haar niet los. Ik besloot om op kippen over te stappen. Ik hou van kippen en alles wat erbij komt kijken om een biodynamisch kippenbedrijf te runnen. Het geheel van land, voer, kippen, eieren en de natuur vind ik machtig mooi.”
“Dat is een geleidelijk proces geweest. In mijn agrarische schooltijd was de boodschap:produceer zo efficiënt mogelijk tegen een zo laag mogelijke kostprijs. Dat dit ten koste kon gaan van het milieu werd niet besproken. Toen ik startte ging ik als vanzelfsprekend mee in efficiënte productie. Maar op een moment voelde het gebruik van chemische middelen niet meer goed. Ik dacht ‘dit is niet gezond’. Ik gebruikte steeds minder middelen. Het resultaat was meer werk, maar geen betere prijs. In de jaren ‘90 werd ik biologisch en begin 2000 vroeg De Grote Kamp, het bedrijf dat biodynamische eieren verpakt, of ik biodynamisch wilde produceren. Dat deed ik en dat gaf mij rust. In bio zit ook nog steeds veel massa waar je als kleinere boer tegenop bokst. In biodynamisch heb je dat niet.”
“Ik heb 4.000 kippen, waarvan 2% haantjes. Om je een beeld te geven: er zijn bedrijven in Nederland met 40.000 biologische kippen. Deze bedrijven richten zich grotendeels op de export. Ik ben blij dat ik 100% voor de Nederlandse markt lever. Er leven hier 5 kippen per vierkante meter en ze krijgen de ruimte voor een zandbad. Een kip is een echt buitendier en houdt van bomen en struiken, die hebben ze hier. Ik zorg voor eigen biologisch voer voor mijn kippen en ik let er sinds een aantal jaar op dat het veel vezels bevat. Ze krijgen onder andere snijmais, zonnebloemen en grasklaver. Ik heb een wat robuuster kippenras, de Lohman bruin plus, die dat voer ook aan kan. Voor voldoende energie moeten ze meer eten dan kippen die geconcentreerde voeding krijgen.”
“Bij een biodynamische kippenhouderij vind je bij elke 50 kippen een haan. Dat heeft een reden, namelijk zijn sociale rol. De haan zorgt voor pikorde tussen de kippen en dat ze op stok gaan om te slapen. Verder beschermt hij tegen indringers. Kippen voelen zich veilig door de haan waardoor ze natuurlijker gedrag vertonen. Het is wel altijd verdrietig dat haantjes, omdat ze geen eieren leggen, worden gedood. Samen met “De Grote Kamp” en andere bd-pluimveehouders willen we dit probleem oplossen. Inmiddels wordt een deel van de haantjes gehouden voor het vlees. De realiteit is wel dat er nog weinig vraag naar is. Gelukkig verandert dat. Steeds meer initiatieven zetten ‘mannenvlees’ op de kaart. Hierdoor stijgt de waarde van een haan. Eerst boden we hele hanen aan en nu worden er o.a. haanburgers, rookworsten en gehakt van gemaakt.”
“Sinds de overgang naar biologisch, 30 jaar geleden, heb ik 120x zoveel bacteriën in de grond blijkt uit onderzoek. Mijn bodem leeft! De gewassen, de peulvruchten en de mais die ik teel, doen het goed. Omdat er in de bd-landbouw bijna geen stikstof aan de bodem toegevoegd wordt, teel ik mengteelten, bijvoorbeeld een graangewas met een vlinderbloemige. Vlinderbloemigen halen stikstof uit de lucht en zorgen dat de grond gezond blijft. Ik heb ook nooit waterplassen op mijn land. Bij buren zie ik dat wel. Die bodem is dood en zware machines hebben de grond helemaal dicht gereden.”
“Nog even en dan neemt mijn zoon Pim het bedrijf over. Dat is dan de 5e generatie. Ik hoop dat hij het bedrijf net zo duurzaam houdt. Dat deed ik ook toen ik het overnam van mijn vader. Als hij maar blijft werken in en met de natuur. Dan ben ik gelukkig.”
Industriekippen worden gefokt op efficiëntie; minder voer en meer eieren. Bij witte kippen is dat beter gelukt dan bij bruine. Daardoor claimt de industriekippen-lobby dat deze duurzamer zijn. Maar is dat zo? Lees er meer over in ons artikel over bruine en witte eieren.