Biodynamisch boer Tom Saat en zijn vrouw Tineke zijn dé Nederlandse pioniers van de stadslandbouw. Tussen de nieuwbouwwijken van Almere zijn zij in 1996 gestart met vleesvee en akkerbouw op braakliggende stadsgronden.
De stad profiteert van duurzaam beheer van haar groene ruimte. En dankzij de stad heeft het boerenbedrijf een rooskleurige toekomst. “Stad en platteland horen bij elkaar. Dat voelden we intuïtief aan.”
De interesse voor het boerenvak zat er bij Tom Saat al vroeg in. Als kind was hij in de vakantie dagelijks te vinden op het melkveebedrijf van de buren. Na zijn studie Bodemkunde ging Tom als docent/onderzoeker aan de slag bij de Vakgroep Biologische Landbouw van Wageningen Universiteit: “Ik heb geleerd dat intellectuele kennis ook zijn beperkingen heeft. Er zijn zoveel aspecten die bepalen of een gewas wel of niet slaagt. Met alleen je hoofd is dat niet te begrijpen. Het werd mij steeds duidelijker: ik wil zelf een boerderij beginnen en veel meer afgaan op mijn intuïtie. Een vermogen dat je niet zomaar hebt maar kunt ontwikkelen door kennis, ervaringen, waarnemingen en impulsen te combineren.”
Vijfentwintig jaar geleden zochten veel startende boeren hun geluk in Oost-Europa; daar lag nog een zee aan mogelijkheden. Zowel Tom als Tineke wilde niet naar de middle-of-nowhere maar juist het raakvlak met de maatschappij opzoeken. “De Flevopolder is ooit opgezet met scherpe grenzen tussen dorpen, steden en platteland,” aldus Tom. “Rondom Almere lag een landbouwsteppe waar je niemand tegenkwam, zelfs niet in de zomer. Dankzij die radicale grens was ons idee voor een stadsboerderij een inkoppertje. Doordeweeks ontving Tineke schoolklassen op het erf. In het weekend kwamen deze kinderen met hun pa en ma terug naar de boerderijwinkel. Onze vlees- en groenteverkoop draaide vanaf het begin vrij goed. In de loop der jaren hebben we met educatie, excursies en allerlei andere activiteiten nog veel meer verbindingen gelegd met de stad. Het laatste project is Oosterwold, onze tweede boerderij, waar we woonhuizen en landbouw letterlijk hebben geïntegreerd. Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad omdat dit in strijd is met wetgeving.”
Dat Tom en Tineke met de stad wilden samenwerken, was destijds tegen de stroom in: “In de afgelopen vijftig jaar zijn landbouw en maatschappij in sneltreinvaart van elkaar losgezongen. De huidige boerenprotesten zie ik als een wanhoopskreet van een sector die zich niet meer begrepen voelt. Juist doordat wij optrekken met burgers en horen wat er bij hen leeft, hebben wij een vruchtbare toekomst gegeven aan onze boerderij. Onze insteek is zo'n succes dat het bedrijf soms sneller groeide dan ik kon bijbenen. Om goed bij mijzelf te blijven, is mediteren een harde randvoorwaarde. Ik zit dan niet stil op een yogamatje maar neem de rust om langs de landerijen en het vee te lopen. Mijn zintuigen stel ik dan open voor alles wat zich aandient. Juist door het loslaten van vastgeroeste patronen kunnen nieuwe ingevingen zich voordoen. De naam Stadsboerderij was destijds ook een intuïtieve ingeving. We voorvoelden dat de verbinding tussen burgers en boeren nodig was. Varen op je innerlijk kompas is voor mij de essentie van biodynamische landbouw.”