Bouillon van een broederhaantje

Bereiding

1. Start met de basis van de soep: verhit de pan met wat olie en voeg de gesneden ui, prei, bleekselderij en wortel toe. 
   
2. Als de groente een beetje glazig is, kun je ook het haantje toevoegen. Eventueel in bouten gesneden, maar hoeft niet perse.
3. Kneus wat peperkorrels in een kommetje met een lepel en voeg toe.
4. Voeg ook de  peterselie, selderij, tijm, laurier en foelie toe.
5. Schenk 2,5 liter wat erbij en laat de bouillon in een open pan aan de kook brengen, eventueel tussendoor schuim met schuimspaan afscheppen. 
6. Als de bouillon heeft gekookt (net onder kookpunt, zie tips!) kun je het vuur lager draaien en op een laag pitje met een deksel op de pan 2-3 uur zachtjes laten trekken. 

Nu kun je de bouillon gaan zeven:

1. Haal de haantjes uit de bouillon en leg op een bord apart.
2. Zeef de bouillon boven een andere pan met een fijne puntzeef of vochtige schone theedoek.
3. Bouillon indien nodig ontvetten: laten afkoelen, in koelkast koud laten worden en gestold vet uit soep scheppen.
4. Wil je de bouillon direct eten? Dan kun je het vlees natuurlijk toevoegen aan de soep. Verwijder dan het vel van de haantjes en maak het vlees van de bouten los door ze in stukjes te snijden of met twee vorken draadjes van te trekken. 
5. Voeg het haantjesvlees toe aan bouillon en eventueel ook wat vermicelli. Laat nog ongeveer 10 minuten zachtjes gaarkoken en breng op smaak met zout, peper en citroensap. 
   

Tips!

• Laat de bouillon net onder het kookpunt trekken, zo geven de ingrediënten de meeste smaak af. Als je de bouillon kookt, stollen de eiwitten uit het vlees en wordt de bouillon troebel. Dit heet ook wel ‘blinde bouillon'.
• Roer niet te veel tussendoor en schep tijdens het trekken regelmatig het schuim eraf. Dit gaat heel goed met een schuimspaan of pollepel.
• Zorg ervoor dat de (thee)doek waardoor je de bouillon giet goed schoon is, maar niet naar wasmiddel ruikt. Anders smaakt je soep straks naar zeep!