Scones met thee-gelei en crème fraîche-roomkaas

Bereiding

1. Maak de thee-gelei minimaal 4 uur van te voren. Zet thee van 400 ml kokend water. Laat de zakjes minstens 10 minuten trekken en meng het citroensap en het zoetmiddel door de thee. Laat afkoelen tot kamertemperatuur en voeg 1 tl agar agar toe, breng de thee vervolgens weer voor 3 minuten aan de kook of volg de aanwijzingen op de verpakking, zorg dat het geleermiddel volledig is opgelost. Schenk in een pot en laat afkoelen in de koelkast.
2. Verwarm de oven voor op 220 °C.
3. Meng alle droge ingrediënten voor de scones door elkaar en wrijf er klontjes boter door, totdat je een kruimelige substantie hebt. Je hoeft niet echt te kneden, maar wrijf de boter tussen je vingers door de bloem. 
4. Maak een kuiltje in het midden en doe daar de karnemelk en het ei in. Meng het even vlug, met koele handen of deeghaken op een mixer, door elkaar totdat je een samenhangende bal kunt vormen. Weer niet teveel kneden, dan worden ze taai en droog.
5. Leg het deeg op een met bloem bestoven aanrecht, rol uit tot zo’n 2 cm dikke plak en steek er met een scherp rond stekertje van 5 cm doorsnede rondjes uit. Plak het overgebleven deeg weer aan elkaar en steek ook daar weer rondjes uit. Als het goed is heb je er dan ongeveer 20.
6. Leg de scones, met iets tussenruimte, op een met bakpapier beklede ovenplaat. Bak ze in 10 minuten licht goudbruin.
7. Klop de crème fraîche los met de roomkaas en serveer samen met de thee-gelei bij de versgebakken scones.
   
   Scones zijn het lekkerst als ze knettervers zijn. Ze zijn snel gemaakt, dus dat kun je dezelfde dag even van tevoren doen. Je kunt overgebleven scones ook invriezen en even in een hete oven opwarmen voordat je ze serveert.