stukje kaas van 250 g (geiten, koe , jonge, oude, Remeker, Emmenthaler, is allemaal goed)
1 rood uitje, gesnipperd
1 bosje platte peterselie
125 g boter
500 g bloem
100 ml witte wijn
400 ml (groente) bouillon
zout, peper
4 eieren
bloem voor het bestuiven
500 g paneermeel
Voor het serveren:
paar slablaadjes
balsamico crème
-
-
-
-
Snijd de kaas in blokjes. Pel en snipper de ui. Hak de peterselie. Smelt de boter en fruit de uitjes aan. Voeg in één keer de bloem al roerend toe en laat de bloem gaar worden. Blus af met de witte wijn schenk de groentebouillon erbij. Blijf roeren tot er een gladde dik gebonden saus ontstaat. Laat deze 10 tot 15 minuten zachtjes koken. Roer de kaas en de peterselie door de saus en neem de pan van het vuur.
Schenk de ragout uit op een met koud water omgespoelde platte ovenschaal of bakplaat en laat afkoelen. Laat de ragout ongeveer 3 uur opstijven in de koelkast.
Vorm van de stevige ragout met bebloemde handen kroketjes van 2 x 5 cm. Klop de eiwitten los in een schaal en strooi bloem en paneermeel in twee schalen. Haal de kroketjes eerst door de bloem, vervolgens door het los geklopte ei en tenslotte door het paneermeel.
Verhit de olie tot 180 °C en bak de kroketjes in porties goudbruin en gaar.
Leg wat blaadjes sla op een bordje, serveer per persoon 3 kroketjes en bedruip met een beetje balsamico crème.