Appeltaart met extra fris accent van rabarber. Toppertje dit ! Warm of ijskoud eten met slagroom.
Voor het deeg:
250 g tarwemeel (of een combinatie van 1/2 bloem en 1/2 meel)
100 g koude boter, in stukjes gesneden
1/2 tl zout
4 el ijskoud water
Voor de vulling:
4 appels
4 rabarberstengels
sap van 2 sinaasappels
1 el sinaasappelrasp
1 afgestreken el. kaneel
100 g bloem
wat nootmuskaat
100 ml honing
100 ml vruchtenjam zoals aardbeien of abrikozen
-
-
-
-
Kneed voor het deeg meel met boter, zout, klontjes boter en water tot een bal. Laat in plastic folie in de koelkast minstens een half uur rusten. Opnieuw kneden zodat het een soepel deeg wordt. 2/3 deel uitrollen en hiermee de bodem en zijkanten van een springvorm bekleden. 1/3 deel uitrollen en hiervan repen snijden.
Verwarm de over voor op 190°C.
Schil de appels en verwijder de klokhuizen. Snijd de appels in kleine stukjes. Was de rabarber en snijd ze in dunne plakjes. Meng in een grote schaal sinaasappelsap, -rasp honing, jam, kaneel, snufje nootmuskaat en de bloem tot een papje. Schep hier de appel- en rabarberstukjes door.
Schep de vulling in de springvorm en leg de repen van het deeg kruislings over de taart.
Zet in het midden van de oven en bak ca 50 min goudbruin. Laat de taart afkoelen en opstijven. Eet hem ijskoud of warm met slagroom.